Robin van den Maagdenberg
INTERVIEW
Het labyrinth van de eenzaamheid
Foto: Marina Denisova

Blauwe lucht boven een betonnen straat die zover loopt als het oog kan zien. Aan weerszijden van de weg twee schuine wallen. In de verte loopt een brug die een kruis vormt met de lange grijze strook, auto’s glijden erover heen en weer. Aan de rechterkant een rij huizen die half aan het zicht zijn onttrokken door de wal. Een stuk niemandsland. Totdat er twee stipje zichtbaar worden die kriskras over de weg schoppend tegen een bal steeds dichterbij komen. Jesus en Faust, twee Mexicaanse migranten die hier in Californië zijn om te werken. Het zijn de hoofdpersonen in de film ‘Los Bastardos’ van de Mexicaanse art-house regisseur Amat Escalante. In de film wachten ze dag in dag uit met een groep andere Mexicanen aan de kant van de weg tot een ‘Gringo’ ze meeneemt in zijn pick-up truck, om ze voor acht dollar per uur in te zetten voor constructiewerk.

In Californië leeft de grootste community Mexicaanse immigranten van de Verenigde Staten. Velen van hen illegaal en in altijd in wachtstand, om voor een schamel loon ergens aan het werk te kunnen en na die zware arbeid – door Escalante prachtig verbeeld in een soort choreografie van maaiende armen, scheppende bewegingen en sikkels die in de aarde ploegen – met moeite en dreigementen het beloofde loon te krijgen.

"Gangs waren een onderdeel van het sociale leven, een vorm van verbinding waar geweld tegen de wereld daarbuiten bij hoorde, maar ik vond het onprettig. Iedere dag ging ik met buikpijn naar school."

De twee mannen breken in bij een Amerikaanse dame, die zich op haar manier in een tussengebied bevindt. Haar zoon praat niet tegen haar, merkt haar aanwezigheid niet eens op. Haar ex-man blaft haar af aan de telefoon en blijkt de twee Mexicanen op haar af te hebben gestuurd om haar om te brengen. Met opium en televisie verdooft ze zichzelf ’s avonds als haar zoon de deur uit is. Pas na een trekje van de opiumpijp lijken haar oogleden, die als ballonnen van verdriet over haar ogen heen vallen iets te verlichten. Na de inval van de mannen die gulzig de Cola drinken en de magnetronmaaltijd opeten die de vrouw voor ze klaarzet, lijkt er eerst toenadering te ontstaan. Hoewel de mannen er zijn om de vrouw voorgoed het zwijgen op te leggen, nemen ze eerst de tijd om zich het gevoel van huiselijkheid toe te eigenen. Ze zwemmen in het zwembad, ze snuffelen tussen haar fotolijstjes, een van de mannen duikt later tussen de benen van de vrouw wat ze gewillig maar treurig laat gebeuren. En toch explodeert de situatie, op een haast onverschillige manier, als een van de mannen haar in het hoofd schiet op een moment dat je het als kijker niet verwacht en haar zoon vervolgens thuiskomt en zich op de verkeerde dader wreekt.

Los Bastardos was de tweede speelfilm van Escalante en bevat veel elementen die uit zijn eigen leven gegrepen zijn. Na de scheiding van zijn ouders verhuisde hij als 15-jarige jongen met zijn moeder uit Mexico naar de Verenigde Staten. In Los Angeles werd hij naar een middelbare school gestuurd waar gangs de dienst uitmaakten die samengesteld waren op basis van afkomst en aangevoerd werden door geweld. Om te kunnen overleven in deze nieuwe omgeving sloot hij zich noodgedwongen aan bij een gang van Latino’s. ‘Het was onderdeel van het sociale leven, een vorm van verbinding waar geweld tegen de wereld daarbuiten bij hoorde, maar ik vond het onprettig. Iedere dag ging ik met buikpijn naar school,’ vertelt hij in zijn appartement in Mexico-City, waar ik hem begin van dit jaar opzoek en hij inmiddels weer een deel van de tijd leeft.

Foto: Marina Denisova

In die ongelukkige periode ontdekte hij films. Hij zag de film Slacker van Richard Linklater, die zich afspeelt in Austin, Texas, waarin de personages de hele dag filosoferend nietsdoen en zich niet nuttig maken voor de samenleving op een conventionele manier. Het inspireerde Escalante te stoppen met school en te verhuizen naar Austin waar zijn vader inmiddels was gaan wonen. Daar had hij verschillende baantjes in de fastfood-industrie en kwam hij er al snel achter dat de Austin Filmsociety bestond (opgericht door Linklater), waar iedere dinsdagavond een art-house film werd vertoond. Hij sloeg geen avond over en kreeg daar voorgeschoteld wat grote inspiratiebronnen zouden worden voor zijn eigen films: Landscape Suïcide van James Benning, een regisseur die jarenlang niet zou toestaan dat zijn films op video uitkwamen, Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles van Chantal Akerman, een drie uur durende film waarin huiselijke handelingen tot poëzie worden gemaakt, maar ook films van andere experimentele regisseurs die een vernieuwende kijk op de menselijke conditie hadden: Rainer Werner Fassbinder, Robert Bresson, Werner Herzog.

In twee jaar tijd keek hij een eigen filmschool bij elkaar. Na iedere film die hij op het scherm zag dook hij de bibliotheek in van de Universiteit van Texas om in daar in het archief van The New York Times, in knipsels en recensies zijn eigen filmopleiding bij elkaar te zoeken. Later ging hij in de leer bij regisseur Carlos Reygadas die met zijn debuut Japon, de ‘third wave’ van de Mexicaanse cinema ontketende. Een nieuwe manier van films maken: niet langer afhankelijk van de toestemming of budgetten van de overheid. Er werd gefilmd met een groep vrienden, op een locatie die de regisseur goed kende, met een minimaal budget. Deze nieuwe stroming had meer te maken met een innerlijke noodzaak om erop uit te gaan en dat proces vast te leggen, dan met het volgen van de strikte en vaak bureaucratische regels van de cinema.

"Mijn vader schilderde en ik keek toe. Vaak vroeg mijn moeder naar het verhaal achter het schilderij, de betekenis ervan. Hij wist nooit wat hij moest antwoorden.Hij gaf niet zoveel om een verklaring of hij wist het niet. Dat is me bijgebleven."

Escalantes huis in Mexico-Stad ligt op de bovenste verdieping van een appartementencomplex in een rustige straat in de wijk Cuhautemoc. Zijn boekenkast is gevuld met films en boeken over cinematografie. Een voortijdig afgekapte middelbare school is het laatste academische wat Escalante ooit nog deed, hij leerde zichzelf de kneepjes van het vak door veel te lezen en zelf aan de slag te gaan met een Super-8 camera. In de hoek van de kamer komt een plant door het raam naar binnen, als tentakels hebben de plantstrengen zich vastgehaakt en verspreid over het plafond. Een indringer die zich naar binnen heeft gewurmd, hij heeft geen moeite gedaan haar buiten te houden. We zitten op de bank, de gordijnen wapperen naar binnen, buiten horen we een verkoper spullen aanprijzen en onder ons hangt een buurvrouw uit het raam te bellen. Aan de muur hangt een schilderij van zijn vaders hand. Nog eerder dan de films die hij zag, waren de schilderijen van zijn vader een visuele leidraad voor hoe beelden een verhaal kunnen vertellen. ‘Mijn vader schilderde en ik keek toe. Vaak vroeg mijn moeder naar het verhaal achter het schilderij, de betekenis ervan. Hij wist nooit wat hij moest antwoorden. Hij gaf niet zoveel om een verklaring of hij wist het niet. Dat is me bijgebleven. Het verzinnen van een beeld en erop vertrouwen dat het op zichzelf al genoeg betekenis heeft.’

De landschappen in zijn films vechten net als bij Reygadas om de aandacht van de kijker. Soms vraag je je af om wie het verhaal draait: om het menselijke conflict dat we op het scherm zien of om een wolk in de verte die op knappen staat en een eigen vorm van spanning in zich draagt. Hij toont lege straten met vrijstaande huizen, levens die elkaar amper hoeven te raken in Amerika. Voor iemand die er thuis is de normaalste zaak ter wereld, maar voor een immigrant zijn het agressieve plekken waar je opgepakt kan worden door de politie, waar je nergens onderdeel van bent en waar je beschimpt kan worden door een bewoner. Een contrast met het Mexico dat hij toont, waar de straat en de architectuur met leven zijn verweven, nergens ben je op jezelf. ‘Mexicanen hebben een gekke voorkeur voor de dreiging van Amerika, waar iedereen zijn afgescheiden kleine leven leidt en als je toevallig het leven van een ander raakt, loop je de kans om vermoord te worden.’

In ‘Het labyrint van de eenzaamheid’ heeft de Mexicaanse auteur en nobelprijswinnaar Octavio Paz het over Mexico en de Verenigde Staten als ‘twee culturen die dobberen in de lucht, zonder elkaar te raken.’ Escalante zegt: ‘In mijn films botsen ze wel en laat ik zien wat er dan gebeurt.’ Die botsing gaat in zijn films altijd gepaard met haat en geweld, waarin het lastig te benoemen is wie of wat goed is en wat kwaad. Meer dan die soms te makkelijke tegenstelling is het een onderzoek naar de bronnen ervan, al blijken die bronnen onuitputtelijk.

In veel van zijn films spelen jonge mensen een hoofdrol. Escalante: ‘Een hoop ellende in Mexico is terug te voeren op hoe een jonge generatie wordt grootgebracht, daarom zijn mijn films dichtbevolkt met jongeren. Mexico is een van de meest religieuze landen ter wereld, abortus is in veel van de staten illegaal. Jongeren krijgen kinderen terwijl ze zelf nog kind zijn. Zo ontstaat er een jeugd die is opgevoed door kinderen of door mensen die niet hun ouders zijn. Een ontheemde generatie die kwetsbaar is voor naïeve ideeën, voor invloeden van gangs, voor het gemak waarmee geld te verdienen valt.’

Foto's: Marina Denisova

In zijn film Heli, waarvoor hij in Cannes de prijs voor beste regisseur won, leeft een familie samen in een huisje met twee slaapkamers. Een vader, zijn dochter Estela van twaalf en zoon Heli met zijn vriendin en pasgeboren baby. Estela wordt verliefd op een bijna volwassen cadet die haar ongewild betrekt bij de diefstal van cocaïne. Met het beoogde geld wil hij een kinderdroom vervullen: Met Estela trouwen en op een veilige plek lang en gelukkig leven. Natuurlijk komen de eigenaren van de cocaïne terughalen wat van hen is. Als blijkt dat Heli de cocaïne heeft weggegooid – in een prachtige scène waarbij de camera in een metersdiepe kuil kijkt, waar een koe tot aan zijn knieën in het grondwater staat. Onbewogen kijkt hij naar boven en al even onverschillig gooit Heli de kilo coke leeg in het water – worden de militair en het meisje ontvoerd. In een gruwelijke mishandelingsscene wordt zijn schaamhaar in de fik gestoken door de jonge ontvoerders. Vanuit de keuken kijkt een van hun moeders toe, in de kamer ernaast maken hun kleine broertjes elkaar af in een Amerikaans computerspel.

Als de psychologie drie responsen kent die mensen kunnen hebben op een bedreigende situatie: vluchten, vechten of bevriezen, dan bevinden de personages van Escalante zich veelal in het laatste stadium. Ze gedragen zich onderkoeld, lijken nauwelijks iets te voelen, zijn nooit dramatisch. In een cultuur waar geen vluchtroutes zijn, lijkt hij te willen laten zien, omdat het onrecht van alle kanten komt, waar het onduidelijk is wie de vijand is waartegen je vecht, blijft maar één optie over en dat is emotionele stilstand en verdoving. Al geeft Escalante sommige personages een kans, met de willekeurigheid van een onbevooroordeelde hogere macht, door ze met een klap wakker te laten schieten en zichzelf een weg terug het leven in vechten. Faust doodt de moeder zonder te knipperen met zijn ogen, geeft vervolgens over in de wc en lijkt weer in uitzichtloosheid weg te zinken. Haar apathische zoon schiet Jesus vervolgens dood en lijkt dan met een brul te ontwaken terwijl hij in het dode lichaam stompt. Escalante: ‘Ik zet mijn karakters in een extreme situatie en bekijk dan wat er gebeurt, waar ze toe in staat zijn.’ Dat zorgt vaak voor teleurstelling over de personages waar je het meest van verwacht en voor onverwacht inzicht en menselijkheid uit de hoek waarvan je zeker dacht te weten dat het kwaad zich er schuilhield.

"Mexicaanse jongeren krijgen kinderen terwijl ze zelf nog kind zijn. Zo ontstaat er een jeugd die is opgevoed door kinderen of door mensen die niet hun ouders zijn. Een ontheemde generatie die kwetsbaar is voor naïeve ideeën, voor invloeden van gangs, voor het gemak waarmee geld te verdienen valt."
Foto's: Marina Denisova, Escalante met Robin en André bij hem thuis in Mexico Stad

In Los Bastardos en Heli zijn het vooral sociale krachten die voor een situatie zorgen waaruit geen ontsnappen mogelijk is en waarin geweld een laatste middel is om te overleven, maar in zijn laatste film ‘The Untamed’ kijkt Escalante naar de innerlijke verlangens van mensen. De film gaat wederom over een ongelukkig stel (liefde komt er zelden rooskleurig vanaf bij Escalante), Alejandra en Angel. Angel heeft een affaire met de broer van Alejandra, maar doet zich in het openbaar voor als homohater. Alejandra, Angel en de broer zitten gevangen in een stilzwijgend verbond waarin ze niet krijgen wat ze verlangen (seks met iemand die dat ook met jou wil) en er niet om kunnen vragen omdat homoseksualiteit en vrouwelijk seksueel verlangen in dit gedeelte van Mexico nog steeds een groot taboe zijn. De broer van Alejandra komt via een vriendin in aanraking met een tentakelig beest dat zich schuilhoudt in het bos en zich aan je vergrijpt als je in de buurt komt. ‘Een ervaring van eenheid’, verzuchten zijn slachtoffers gelukzalig als ze zich uit de tentakels hebben bevrijd. Niet veel later wordt de broer dood gevonden, ze verdenken Angel. In de zoektocht naar haar broers laatste moment komt Alejandra bij het beest uit en krijgt ze eindelijk de seksuele vervulling waar ze zolang naar op zoek was. Dat het uiteindelijk de dood van Angel wordt en dat zelfs haar kinderen in gevaar komen is dan allang bijzaak geworden. In het onderdrukken van ons verlangens kunnen we heel ver gaan, Escalante laat zien dat het een waakvlammetje is, onzichtbaar aan de buitenkant, maar het laat zich niet temmen. Er hoeft maar dit te gebeuren of het vuur laait op, harder en nietsontziender dan ooit tevoren.

NIEUWSBRIEF
MEER INSPIRATIE