André Platteel
INTERVIEW
Concentratie is het nieuwe goud
Foto: Stacii Samidin

Toen ik onlangs een paar dagen op pad ging en op zoek was naar een goed boek om met me mee te nemen, kreeg ik een tip van een vriend: Frictie van Miriam Rasch. Ik heb weinig gezien van de omgeving waar ik toen was, gefascineerd was ik ondergedoken in het boek van de essayist, die zowel filosofie als literatuurwetenschappen studeerde. Haar essays lezen als een literair dagboek. Met vertederende verhalen over hoe ze met een geliefde op afstand de liefde in stand houdt via berichtjes en wordfreud Uit haar eerste bundel Zwemmen in de oceaan , tot verhalen waaruit haar verontwaardiging spreekt over mannen als Harari (de bestseller auteur van boeken als Sapiens en Homo Deus) die beweren dat de technologie ons beter kent dan wijzelf, en we daarop volledig moeten vertrouwen.

Volgens Rasch gebruiken we technologie niet maar leven we technologie. Ze noemt dat het postdigitale tijdperk; het onderscheidt tussen het virtuele en het reeële is volledig verdwenen. Het eeuwenoude verlangen onszelf te leren kennen en om te achterhalen wat onze plek in de wereld is, lijkt steeds meer een zaak van high-tech bedrijven. Algoritmen bepalen hoe we ons moeten gedragen, wat we moeten doen, kortom hoe we moeten leven. De ontwikkeling naar Artificial Intelligence is een nieuwe stap in de evolutie. De belofte is dat er een verbeterde versie van de mens in de maak is die intelligenter kan omgaan met de problemen die ons te wachten staan, zoals de opwarming van de aarde. Maar Miriam Rasch gelooft er geen barst van.

'In de digitale cultuur is weinig ruimte voor nuance,' zegt Rasch als ik haar interview. 'Digitale platformen zijn gebaat bij snelle, opeenvolgende boodschappen die steeds radicaler worden.' Rasch pleit voor frictie, voor verstoring van dat mechanisme. 'We hebben vertraging, verstilling en concentratie nodig, esentieel voor zelfonderzoek.' Concentratie is volgens haar een schaars goed en zal steeds belangrijker worden.

Digitalisering is een pharmakon, het is gif en medicijn tegelijkertijd.

Het gesprek dat ik met Miriam Rasch heb, is gemediatiseerd, we spreken elkaar via zoom. Ik vraag haar of ik het gesprek mag opnemen. Ik denk haar even te zien aarzelen. Met een druk op de knop wordt ons gesprek onderdeel van het dataïsme, maar misschien was dat het al wel, ook zonder het op te nemen. De digitale ervaring die haar het meest heeft gevormd, waren de onthullingen van Edward Snowden. Rasch: 'Dat was voor mij het moment dat het internet zijn onschuld verloor. Die onthulling waren zo dramatisch: de automatische spionage die werd bloot gelegd, en op een globale schaal ook. Ik hoefde niet meer uit te leggen aan anderen waarom ik kritisch was op digitale ontwikkelingen. Je kunt niet zomaar vertrouwen op wat die technologie reuzen tegen je zeggen.'

Ik vertel Rasch dat ik in 1999 voor een boek Symbol Soup, samen met onderzoeker Carl Rohde, 1999 dat ik toen schreef, de oprichters van Wired magazine interviewde, een blad dat zich volledig richtte op technologische ontwikkelingen. Het was de tijd waarin internet booming werd; miljoenen tegelijkertijd raakte wired, en met steeds snellere verbinding. De mannen en vrouwen die ik toen in San Francisco sprak, waren euforisch. Technologie was hun religie. De wereld zou transparanter worden, informatie gedemocratiseerd, bestaande hierarchische machtsstructuren zouden doorbroken worden. Vrijheid. En ons bewustzijn zou verruimen, met een klik vanuit onze luie stoel zouden we met zulke diverse levensstijlen in aanraking komen, vanuit alle hoeken van de wereld. Wat is er van die belofte nog over?

'Door het internet hebben veel meer mensen een stem gekregen, in het publieke debat, of in een specifieke discipline waar ze interesse in hebben. Ik ken de literaire wereld vrij goed, dat was een bastillion waar je niet zomaar binnen kwam. Dat is echt veranderd, omdat je zonder heel veel obstakels van je kan laten horen. Dat heeft natuurlijk ook allemaal averechtse gevolgen. Diegene met de grootste mond laat het meest van zich horen, en samen-zweringstheoriëen zijn grootschaliger geworden. Maar dat betekent niet dat je dan het podium moet afbreken. Volgens mij verwoorde Marietje Schaake Nederlandse internet en privacy-expert , het als volgt: Je moet mensen hun podium niet afnemen maar de megafoon-functie van het podium weghalen.

Internet heeft ook mij veel gebracht. In the end ben ik heel blij met het opengebroken podium. Toen ik nog studeerde moest ik naar de bibliotheek en maar hopen dat ik de goede boeken te pakken kon krijgen, nu heb ik door het internet veel informatie tot mijn beschikking. Dat gaat ook weer gepaard met allerlei bij-effecten, piraterij, valse informatie, post truth… Maar iets als wikipedia en online bibliotheken die nu voor iedereen beschikbaar zijn, dat is toch prachtig. Mensen die voorheen buiten de poorten werden gehouden, kunnen nu toegang krijgen, bijdragen aan debatten als ze willen en hun kennis ontwikkelen. Maar er is ook een andere kant. Die belofte die jij net aanhaalde, dat we als mens meer verbonden zouden raken, dat is nog maar de vraag. Dat is de belofte van techbedrijven, dat idee van verbondenheid willen we ook zo graag geloven. Maar die techbedrijven hebben geen nieuwe bedrijfsvoering, ze zijn onderdeel van het hyperkapitalisme, hebben de mechanismen van dat systeem geperfectioneerd. Het gaat ze niet om verbondenheid maar om winstmaximalisatie.'

Digitalisering is volgens Rasch een pharmakon, een begrip dat ze leent van de filosoof Bernard Stiegler, het is gif en medicijn tegelijkertijd. Stiegler is een filosoof die het idee heeft dat de mens niet zonder techniek kan. Stiegler verwijst naar de mythe van Prometheus waar de mens er bekaaid vanaf komt tussen alle andere levende wezens die met meer kracht en overlevingsinstinct zijn uitgerust. Uit liefde voor de mens steelt Prometheus vuur en leert hoe de mens daarmee instrumenten kan maken. Zonder techniek zou de mens volgens Stiegler weerloos zijn. Maar Stiegler is net als Rasch ook kritisch: als de liberale economie zijn gulzige klauwen om technologie heenslaat, zoals nu gebeurt, zou de essentie van de mens wel eens vermorzeld kunnen worden.

Het down playen van de mens, dat er geen vrije wil zou zijn, dat vind ik gevaarlijk.
Foto's: Stacii Samidin

Rasch haalt in haar boek veelvuldig de filosoof Michel Foucault aan die beschreef dat we als mens voortdurend gedsciplineerd worden. Dat er externe krachten op ons inwerken die van invloed zijn op hoe we naar onszelf kijken en hoe we ons gedragen. Rasch: 'Discipline vind ik een fascinerend begrip. Sinds Foucault weten wij dat we gedisciplineerd worden, door de overheid, bedrijven en nu door tech bedrijven. De wereld is real-time onder handbereik, klaar om geconsumeerd te worden en zich aan je opdringend als je er te lang geen aandacht aan besteedt, met steeds extremere berichten en met advertenties waarin je tot acties wordt aangezet. Bij de bestorming van het Capitol hebben berichten op Facebookgroepen een belangrijke rol gespeeld, er verschenen zelfs advertenties voor militaire outfits, en oproepen om in actie te komen. De effecten daarvan zagen we in de reeële wereld terug. Ik vind het belangrijk om dat soort systemen te onderzoeken en dat aan te pakken. Als we niet oppassen worden we aan techniek onderworpen. Dat komt niet zozeer door de filterbubble maar doordat de grote digitale platformen aansturen op duidelijkheid. Hoe duidelijker een boodschap, hoe meer interactie, dus hoe meer geld er verdiend wordt. Op Youtube bijvoorbeeld, als je begint met een gesprek tussen twee mensen met een tegengestelde mening, dan krijg je steeds weer nieuwe filmpjes voorgeschoteld met een nog duidelijkere boodschap, tot je in een radicaal, extremistische rabbit hole terecht komt, waar je maar moeilijk uit kunt komen.

Techbedrijven willen ons graag laten geloven dat ons leven beter wordt als zij beslissen hoe we moeten leven, wat we willen en wat we moeten doen. Ik geloof daar niet in. Ik zit niet te wachten om te leven in een simulatie die door Elon Musk is ontwikkeld. Dat lijkt me verschrikkelijk. Om daar tegenwicht aan te bieden moet je weten wat voor jou belangrijk is.

Het is me ook te gemakkelijk alleen maar het algoritme de schuld geven. Ik word altijd erg moe van het idee dat we als mensen willoze computergebruikers zijn die alle aanbevelingen van digitale platformen aannemen, alsof we slaven zijn van ons surfgedrag. Het kan wel zo voelen, dat heb ik soms ook. Maar je kunt echt nog zelf nadenken. Laat je niet vertellen dat computers slimmer zijn.'

Ze valt even stil, hapert, zegt: 'Elke keer als ik zulke dingen zeg heb ik het gevoel dat ik mezelf moet verontschuldigen. Ik wil dan zeggen: We willen toch zeker zelf beslissen. We willen toch zelf kunnen nadenken? Maar het is bijna zover dat we denken dat het beter is als anderen dat voor ons doen, dat die techbedrijven die rol overnemen. Ik durf bijna niet meer met het begrip autonomie op de proppen te komen, terwijl dat juist nu zo essentieel is. Het verhaal dat we geen vrije wil hebben is zo sterk. Algoritmes zouden ons beter kennen dan wie ook, zo wordt gezegd, maar dat is totale onzin. Dat Facebook zou weten wat mijn guilty pleasures zijn en dat mijn moeder dat niet weet... dat moet mijn moeder ook niet weten, zij weet hele andere dingen van mij, die misschien wel veel belangrijker zijn. Het downplayen van de mens, dat vind ik gevaarlijk.'

Denk je dat autonomie een negatieve klank heeft gekregen omdat we het verwarren met de te ver doorgeschoten individualisering, met egoïsme, narcisme?

Ja, dat denk ik wel. Maar we moeten autonomie zien als iets relationeels. We leven in een volledig gemediatiseerde samenleving: we staan altijd in relatie tot anderen.

Dat vraagt om andere gevoeligheden, niet langer domineren, maar co-creëren...

Ja, precies. Maar daarvoor is eerst zelfreflectie van belang, de blik naar binnen kunnen werpen. Dat vraagt weer om concentratie en zelfdiscipline. Als je de hele tijd wordt afgeleid door je telefoon of beeldscherm, dan heb je niet meer de concentratie om naar binnen te kijken. Als alles al in real time wordt verteld wat je nodig zou moeten hebben, hoe kom je er dan nog achter wat je zelf zou willen hebben.

Foto: Stacii Samidin
Als je succesvol wilt zijn in de toekomst moet je je concentratievermogen gaan trainen. Dat is een schaars goed geworden.

Op zoek dus naar methoden om de grip op onszelf weer terug te krijgen. In Frictie bespreekt Rasch enkele strategieën, ze leunt daarbij op ideeën van filosofen en op verhalen uit de literatuur. 'Je hebt discipline die je vrijheid ontneemt en discipline die je vrijheid vergroot. Het helpt af en toe andere termen te gebruiken om ze uit elkaar te houden. De filosoof Peter Sloterdijk heeft het over training in zijn boek Je moet je leven veranderen. Een beetje zoals sporten, om concentratie terug te krijgen waar discipline mee samenhangt. Door de versnippering van informatie gaat onze concentratie achteruit. Dat ervaren mensen in het algemeen als een verlies. Ze willen die concentratie graag terug.'

Rasch voorspelt dat concentratie straks goud waard is: 'Het is een schaars goed geworden. Als je succesvol wilt zijn in de toekomst moet je je concentratievermogen gaan trainen. Als je dat hebt, sta je vooraan. Daar ben ik van overtuigd. Ik denk dat je een elite krijgt die heeft geleerd goed te concentreren en die daardoor heel ver zullen komen. Ik ben alleen bang dat het de kinderen zullen zijn van de huidige elite. Net als dat de kinderen van Bill Gates en Steve Jobs met een technologie-arm dieet zijn opgevoed. Juist de kinderen in arme gezin, die een minder positieve start in hun leven hebben gekregen, die hebben het meest te leiden onder de afleiding. Dat is zo.. ja, erg.'

Rasch schrijft in haar eerste boek Zwemmen in de oceaan over doelloos kijken als een vorm om aan concentratie te winnen. Ik vond dat een prachtig essay. Ze haalt de auteur Proust aan die in zijn boekenreeks Op zoek naar de verloren tijd gedetailleerde beschrijvingen geeft van alles wat hij ziet en meemaakt. Ik kocht de zevendelige reeks vorig jaar, en was eraan begonnen. Ellenlange pagina’s van een lampje in een kamer en hoe het licht de ruimte verkleurd. Traag, in het begin zelfs saai, maar als je eraan overgeeft wordt het als een meditatie. En als je van het boek opkijkt, ga je zelf anders naar je omgeving kijken, vallen details je op die je eerder nooit zag, heb je meer aandacht, wordt de tijd trager en de beleving intenser. Rasch: 'Ik wilde Marcel Proust terug laten komen in mijn boek. De fenomenologische blik die hij hanteert, die vind ik fascinerend. Fenomenologie gaat over beschouwen. De wereld op een armlengte afstand houden. Niet meegaan in die alsmaar versnellende reactiemodus. Niet reageren, eerst even je tijd nemen en de boel observeren. Niet uit cynisme of woede, maar om te doordenken, te doorvoelen. Dat essay met Proust schreef ik ook als een liefdesverklaring, ook aan het internet: als je met die vertraagde blik kijkt is er op het internet zoveel moois te zien en te ontdekken. Van technologie komen we nooit af, maar we kunnen er wel anders mee omgaan. De vraag is: Wie ben ik met de techniek en niet wie ben ik volgens de techniek.'

Het draait om de vraag: Wie ben ik met de techniek, en niet wie ben ik volgens de techniek.

'Het punt dat ik wil maken is dat de realiteit en onze omgang met elkaar zo complex is - dat ethiek zo complex is - dat we dat niet kunnen automatiseren en over kunnen laten aan algoritmen. Ethiek is niet eenduidig: de lijn tussen goed en kwaad is niet zo scherp. Er bestaat geen eenduidige set aan regels voor hoe we ons moeten gedragen, dat moeten we voortdurend in het moment met elkaar afstemmen. Dat vraagt om een botsing van waarden, zodat je de verschillen met elkaar kunt onderzoeken, met elkaar kunt bediscussieren. Daar is weinig ruimte voor in de digitale omgeving. Er is wel veel agressie en geweld in de online omgeving, maar de botsing van verschillende waarden die tegen elkaar worden afgewogen om van elkaar te leren, daar is nauwelijks ruimte voor. Die automatische overgave aan algoritmen moeten we doorbreken. Zelfsdiscipline trainen is daarin belangrijk, autonomie, concentratie. En ook vertragen.

Veel van de problemen worden veroorzaakt door versnelling. Automatisering, digitalisering, gaat over versnelling. Niet alleen van productieprocessen, ook van communicatie. Als ik een berichtje krijg op mijn telefoon, is het niet de bedoeling dat je wacht, je wordt aangespoord direct te lezen en te reageren. Of Breaking News, push berichten - je moet meteen een mening klaar hebben en erover gaan twitteren. Die directe reactie kun je doorbreken. Dat is heel simpel en gaat in tegen de logica van techbedrijven. Daardoor krijg je ook meer controle over jezelf.

Ik denk dat mensen moe zijn van versnelling. Er is niet voor niets een burn-out epidemie. Dat gaat niet minder worden nu er Corona is. Ik denk dat die externe invloeden groter gaan worden. Over een paar jaar, vrees ik, zitten we diep in de klimaatcrises, dat zal een enorm effect hebben op de technologische vooruitgang. Ik denk dat er dan hele andere prioriteiten zullen zijn dan weer een nieuwe Iphone kopen of een datapark neerzetten. Er zullen ongemakkelijke externe ontwikkelingen komen die ons dwingen anders te gaan leven Check ook het interview met Henk Oosterling over de impact van klimaatverandering op ons gedrag . Dat het zo nog jaren kan doorgaan is onmogelijk.'

Ligt de oplossing om te kunnen omgaan met die grote veranderingen zoals de opwarming van de aarde dan toch niet in verdere technologisering, in het ontwikkelen van een verbeterde versie van onszelf, een AI-versie, zoals schrijver Houellebecq in zijn boek Mogelijkheid van een eiland beschrijft, dat begint met een digitale versie van een mens, en vervolgens met steeds weer nieuwe updates die vertederd terugblikken op de onnozele, onmachtige mens die niet bestand was tegen zijn eigen hebzucht en daarmee zijn eigen ondergang heeft ingeluid. Rasch: 'Harari gelooft in dat idee en met hem vele tech believers. Ze gaan ervan uit dat als je alle data hebt over een mens, je precies weet hoe het stappenplan in elkaar zit. Je zou dan kunnen voorspellen wat iemand gaat doen. Dat gaat uit van predestinatie: dan ligt alles dus vast. Zo wordt dataïsme toch weer een soort van God. Daar geloof ik niet in. Ik stel mezelf ook filosofische vragen: Als AI een verbetering is van de mens, wat doe je dan met de mens? Moet die dan weg? Hoe begeleiden we die transitie? Als het dat nog lange tijd duurt, moeten we dan al die tijd lijden? En zijn intuïtie en verbeelding waarover mensen beschikken en machines niet, ook niet essentieel om te kunnen overleven?'

De waarheid vind je niet in iets absoluuts, niet in taal, niet in een beeld en ook niet in cijfers.
Foto's: Stacii Samidin

Rasch wijst er dus op dat ethiek meerduidig is, dat de waarheid niet te vatten valt in eenduidigheid, niet te meten is, en dus niet in cijfers te vatten. Ik moet denken aan de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges die prachtige korte verhalen schreef, soms zelfs maar van één alinea zoals die over een keizer die zijn rijk in kaart wil brengen. Een kaartenmaker krijgt de opdracht, maar steeds voldoet hij niet omdat nieuw gemaakte straten er niet in opgenomen zijn, of omdat de keizer vindt dat de kaart veel te klein is om de grootsheid van 'zijn' rijk weer te geven. Ten einde raad tekent de kaartmaker het rijk op een gigantisch vel, zo groot als het rijk zelf, ergens in de woestijn. Maar als hij bijna klaar is, trekt de wind aan en wordt de kaart aan stukken gescheurd. Slechts hier en daar zijn nog stukjes van de kaart teruggevonden.

Hoe kunnen we in afwezigheid van een kaart toch onze plek in de wereld vinden. Als er geen gedeelde waarheid hoe kunnen we dan toch elkaar samenleven Check ook het interview met Philipp Blom dat over dit thema gaat ? Een vraag die centraal staat in Your Lab. Rasch: 'Wat waarheid is moet je loskoppelen van kwantificatie. Het idee dat iets waar is omdat het bovenaan staat in een Youtube algoritme moet losgelaten worden. Dat cijfers voortdurend moeten groeien en dat je daaraan een waarde zou kunnen afleiden, daar moeten we vanaf. Dat heeft de wereld zoveel slechter gemaakt. Daarom ageer ik tegen het dataïme.'

Er is ergens toch een honger naar waarheid. Vinden we daarom cijfers zo interessant; een soort wiskundige formule die de sleutel tot het universum geeft?
'We zijn allemaal bezig met de vraag: Wie ben ik? Waarom ben ik hier? Die existentiële vragen gaan al eeuwen mee. Mensen gingen in psychoanalyse. Gaat Facebook daar nu het antwoord op geven, algoritmen of QAnon. Nee, daar zit geen awakening in. Na de dood van God, zoeken we naar iets, naar houvast. Maar dat vind je niet in iets absoluuts, niet in taal, niet in een beeld en ook niet in cijfers. Ik ben ook niet geïnteresserd in een absolute waarheid. Ik wil niet dat iedereen het met mij eens is. Er bestaan verschillende verhalen naast elkaar, dat kan een verrijking opleveren.

Sinds Aristoteles zijn we in het westen gaan geloven in de wet van non-contradictie. Een van de eerste wetten van de logica is dat iets niet tegelijkertijd wel en niet waar kan zijn. Dat zit er bij ons zo ingebakken. In allerlei andere culturen, ook met eeuwenoude filosofische tradities, kunnen tegenstrijdige dingen wel tegelijkertijd gebeuren. Tegenstellingen kunnen naast elkaar bestaan. Dat moet iedereen toch herkennen: dat je tegelijkertijd van iemand kunt houden, maar ook een hekel hebt aan die persoon. De meest rijke ervaringen zijn gebaseerd op die tegenstrijdigheid. Het dataïsme wil die tegenstrijdigheid uitsluiten. Daarom is er frictie nodig, om de rijkheid van het bestaan te kunnen blijven waarborgen.'

NIEUWSBRIEF
MEER INSPIRATIE